20 december 2012

Ziekensoepje (havermout/tijm)

Oud Amelisweerd, 15 december 2012
 
Het hele weekend lag mijn multiman geveld in bed. Dat komt niet vaak voor! Met de jongens ben ik naar het bos geweest, toch even die zondag breken, en verder heb ik me het schompes gebakken. Ja ja mensen, ik kan niet anders zeggen. 5 kilo Schnitzbrot en net nog een blik met koekjes volgezet.
Deeg te hard, toch maar spuitzak gepakt (rechts) - da's beter.
Op de heenweg hebben de jongens vooral met stokken gespeeld, maar op de terugweg bleek het blind lopen met een muts over je ogen veruit favoriet. Waar zouden we zijn zonder het bos! Nu had ik eigenlijk het recept voor Schnitzbrot in mijn pen voor dit blogje. Dat telt toch zeker een ingrediëntje of 30, 40. Plus de nodige stappen. Erg bewerkelijk. Niet echt een recept om jullie mee lastig te vallen zo kort voor Kerst.

Maar toen de multiman eigenlijk vrijwel niets bleek te eten, misselijk uren en uren lag te slapen ging ik me zorgen maken. Ik wilde dat hij iets binnen zou krijgen en houden, in ieder geval wat vocht. En dan is een havermoutsoepje precies het goede recept. Dat valt gek genoeg lichter dan puur vocht. Het legt een bodempje. Het bleek bovendien zo verduiveld lekker dat zowel jongste als ik de verleiding maar amper konden weerstaan om de soep voor de neus van de patient weg te eten. Voor deze soep hoef je niet ziek te zijn! Hij is echt in 3 minuten klaar, dus ook de bereidingstijd is geen reden om het te laten.


Havermoutsoep
Ingrediënten (voor 2 kleine kommetjes voor 1 patiënt)
klontje boter
eventueel wat verse kruiden uit de tuin (oregano, rozemarijn, salie, tijm)
(alternatief wat gedroogde kruiden, bij voorkeur tijm)
paar eetlepels havermout
kippenbouillonblokje
250 cc water

Bereiding


 1. Verhit de boter en voeg de fijngesnipperde kruiden toe. Laat ze even in de boter zachtjes bakken. Voeg dan de havermout toe en roer om.Voeg wat stukjes bouillonblokje naar smaak toe.


2. Blus met water en laat de soep even opkoken. Klaar!

Opdienen
Dien warm op in een klein bord. Heel belangrijk, een groot bord kan afschrikken. Liever 2x opscheppen. Die paar hapjes verleiden vaak tot meer. Als de boter nog te zwaar is kan je die weglaten.

Varianten
 De klassieke combinatie is van oorsprong tijm met echte kippenbouillon, een variant op de Joodse penicilline.  Maar de basis van deze soep is eigenlijk heel simpel water, zout en havermout. Als je nog heel misselijk bent kun je het daarbij laten. Vanuit die simpele basis kan je echter in alle richtingen variëren. Je kan een uitje meebakken aan het begin, andere bouillon gebruiken, andere kruiden toevoegen. Als je het hebt kan je ook wat stukjes gaar vlees toevoegen. Het is maar net wat je in huis hebt. De belangrijkste functie is, zoals hierboven al gezegd, dat deze soep een bodempje legt.

Lezer Dirksmama kwam nog met een variant die in Indonesië gewoon instant in de winkel ligt: havermoutsoep met gedroogde visjes. Ik hoor graag of jullie dat ook een keer gemaakt hebben. Als ik al gedroogde peren op de markt kan krijgen zouden gedroogde visjes ook te vinden moeten zijn...

19 december 2012

Schnitzbrot

Vandaag wil ik vertellen hoe ik Schnitzbrot maak. Het is een brood dat in de kersttijd wordt gebakken en dat zo rijk aan vulling is dat het eigenlijk meer vulling is dan deeg. Het belangrijkste ingrediënt zijn gedroogde peren. Door de steencellen in die peren krijgt het brood zijn stevige structuur. In Zwitserland wordt een variant gebakken die Birnenbrot heet om die reden. Bij Birnenbrot zit er nog een laagje deeg om de vulling heen. Ons Schnitzbrot daarentegen is vulling die nooddruftig bij elkaar wordt gehouden door een klein beetje deeg.

Ik schrijf deze blog niet zozeer omdat ik denk dat veel mensen dit onmiddellijk na gaan maken, daarvoor lijkt het recept me te complex. Je moet echt wel even op de goede dag naar de goede markt om het lijstje bij elkaar compleet te krijgen. Vooral die gedroogde peren heb ik nog nooit in een winkel gezien. En daarna sta je toch wel een dag met tussenpozen in de keuken. Maar ik kreeg van verschillende kanten de vraag wat dit nou eigenlijk is en hoe je het maakt, dus hierbij het antwoord.

Ingredienten
500 gram pruimedanten
500 gram gedroogde peren

500 gram vijgen
250 gram gedroogde abrikozen
250 gram dadels
500 gram rozijnen
500 gram gemengde noten
150 gram amandelen
150 gram hazelnoten

200 gram natuurbloem
250 ml kookvocht/water met lepel honing
1,5 el gedroogde gist
300 gram volkoren meel

citroenrasp van 1 citroen
150 gram oranjesnippers

25 gram kaneel
gevijzeld mengsel van
4 cm Cassia
4 pimentkorrels
10 kruidnagels
1 tl gemberpoeder
1 tl korianderzaadjes
1 stuk steranijs
1 tl anijs
1 tl venkelzaad
1 tl kardamomzaad uit groene peulen

een handvol gepelde amandelen

Bereiding



1. Zet de peren en pruimen op in een pan met water waarin ze 2 cm onder water staan. Laat ze aan de kook komen en kook een kwartiertje tot de ergste stevigheid van de peren is. Als je ze doorsnijdt kun je zien of er nog een hard stuk in het midden zit.  Dat moet bijna verdwenen zijn. Zet de vlam uit en laat het geheel afkoelen. Deze stap kun je los uitvoeren, bijvoorbeeld de avond van te voren. Het kookvocht ("Schnitzbrühe") wordt straks gebruikt om het deeg te maken en om de broodjes te bestrijken tijdens en na het bakken.


2. Snijd alle zuidvruchten in stukken, ontpit ze zo nodig. (De pruimen koop ik altijd met pit omdat ze anders te zacht zijn om te koken, en ik moet ze koken om aan kookvocht te komen). Week de rozijnen eventueel in rum, thee of appelsap, maar je kan ze ook gewoon puur gebruiken. De noten kan je heel laten. Voeg de geraspte citroenschil en gesnipperde geconfijte sinaasappelschil toe. Als je niet over een vijzel en een specerijenwalhalla beschikt kan je gemalen specerijen gebruiken en het een en ander weglaten, of gedeeltelijk vervangen door speculaaskruiden. Neem dan kaneel, wat speculaaskruiden, wat gemalen kruidnagel en gewoon hele anijs. Dat werkt ook.



3. Maak een voordeeg van 300 gram volkorenmeel of een iets gezeefdere variant (ik had dit jaar "natuurbloem" van de molen in IJsselstein) en ongeveer 250 ml Schnitzbrühe en 40 gram verse gist of 1,5 Engelse Tablespoon gedroogde gist. Roer het door en laat het opbubbelen, een half uur is meestal voldoende. Voeg dan 200 gram volkorenmeel toe om een stevig gistdeeg te krijgen. Laat dit 2,5 uur rijzen. Als je nog meer te doen hebt, zet dan de kom in de koelkast en laat het staan tot je verder gaat.


4. Als je vier a vijf uur de tijd hebt kan je gaan bakken. Verdeel het deeg (dat aan de stevige kant mag zijn om eventueel vocht van de vruchten te compenseren) in klontjes over de vulling. Pak dan stukjes deeg met vulling in je hand en knijp ze helemaal fijn zodat het deeg tussen de vulling gaat zitten. Herhaal dit tot je geen witte stukken deeg meer ziet.


5. Laat het deeg 2 uur rusten/rijzen.

voor het bakken

6. Vorm broodjes, versier ze met de amandelen, en laat ze nogmaals een uur rijzen. Bak ze af in een niet te hete oven, rond de 150-170 graden, gedurende ongeveer een uur. Bestrijk ze iedere tien minuten gul met Schnitzbrühe en pas goed op dat ze niet verbranden. Dit recept levert twee blikken broodjes op, de tweede portie staat dus een uur langer op het blik.

na het bakken..
7. Laat de broodjes goed afkoelen en bewaar ze in een blik of in een grote, goed sluitende pan. Ze moeten een tijdje liggen om hun smaak goed te ontwikkelen, zeker een week. Lekker blijven ze zeker een week of zes of zelfs acht. Je kan plakjes zo eten, of met dik boter, of serveren bij een kaasplankje. Als ik het kado geef verpak ik het in cellofaanfolie.


Pas op! Het allerlaatste restje eet je niet op. Dat laat je achter in de kast. Dit brood werd ook wel "Hutzelbrot" genoemd naar de Hutzelmännchen. Die komen dan langs en zorgen dat het weer aangroeit, zo zit je nooit zonder. Of nemen ze het nou mee en behoeden ze je in ruil voor onheil??? Ik moet het nog een keer navragen bij iemand van de vorige generatie.

8 december 2012

Soepstarter

Dit is mijn eerste mobiele blogbericht. Dankzij de manke modem van onze vrienden van Telfort zitten wij een week zonder internet. Erg leerzaam en ik denk dat we een hoop gedaan gaan krijgen in huis. Leerzaam omdat ik nu duidelijk ervaar dat er twee soorten internetneigingen bestaan. De goede, die iets toevoegen en de foute die je maar beter kunt negeren. Dat laatste doe ik nu noodgedwongen en dat bevalt goed. Voor de eersten vlucht ik naar de mobiel. Lastig maar te doen.
Dit weekend had ik weer een hoop groenteresten en een drukke week voor de boeg. Dan is het handig om op weekdagen met een eigen prefab-bakje snel soep te kunnen maken. Dus pakte ik plank en mes en toog aan het snijden. Als ik weinig tijd heb dan jaag ik alles door de Magimix in plakjes en maak gepureerde soep. Maar nu had ik tijd en zin. Dan wordt het allemaal netjes met de hand gesneden. Harde groenten in kleine blokjes zodat ze gelijk gaar zijn met de rest. Prei medium fijn. Niet zo fijn dat het wegkookt bij het aanzetten, niet zo grof dat je van die vezelige stukken krijgt. Spul met veel smaak en kleur fijn, zodat je overal terug ziet. Je ziet, het snijden is dan al een feestje.
Met al deze snijsels maak ik vervolgens een amper gegaarde mix die ik op verschillende manieren kan gebruiken. Doordat er niet veel water bij zit kun je soepstarter ook efficient invriezen of in de koelkast bewaren. De ingrediënten variëren met de toestand van mijn groentela. Ik gebruik altijd ui of prei. Bijna altijd wortel of selderij (bleek- dan wel knol-). Witte kool geeft vulling. Dat kan ook groene kool of spitskool zijn. Nu had ik ook nog een halve koolraap en een stukje paprika. En wat erwtjes uit de vriezer.
Soepstarter
Ingrediënten
Per portie voor vier personen
400-500 gram groente
wat olie en boter
200-400 ml water of bouillon
naar smaak knoflook, gember of rode peper
Bereiding
1. Zet eerst ui en/of prei aan in het hete vet op de bodem van een soep- of stoofpan. Voeg dan de overige groenten toe van lang naar kort kokend. Laat knoflook niet te lang meebakken (bitter!).
2. Als de groente goed geslonken is blussen met vocht en maximaal 2-4 minuten laten koken. De groente moet nog wat beet hebben.
3. Bewaar deze soepstarter in bakjes van 5-600 ml, dat zijn 3-4 flinke soeplepels.
Suggesties voor de afwerking:
1. Kook 100 gram vermicelli in 500 ml water met een bouillonblokje en voeg als de vermicelli bijna gaar is de soepstarter toe.
2. Combineer de soepstarter met een rest gare rijst of wat fijngesneden gare pasta en/of een restje peulvruchten en wat bouillon.
3. Combineer de soepstarter met 80-100 gram rode linzen die 8 minuten in 500 ml water hebben gekookt.
4. Maak van de soepstarter met een rest aardappels of aardappelpuree een gepureerde soep.

28 november 2012

Winterstamppot koolraap-witte kool

De laatste dagen stond ik om kwart over zeven in een mistige, koude, donkere tuin. Op weg naar de schuur genoot ik van de novemberlucht. Koud, knapperig, fris, droog en muf tegelijk. We zitten alweer in het stukje met de kortste dagen van het jaar. Iets voor achten zie ik dan vanuit de trein de zon opgaan. Een prachtige paarse streep onder een blauwgrijs bewolkte nachthemel. De foto's wilden totaal niet lukken deze keer, maar ja. Het zag er met het blote oog ook veel meer paars en veel minder roze of geel uit. Bij Gouda begon het te regenen, dat kan je nog net herkennen op de laatste plaatjes. De meeste indruk maakte die eerste blik naar de stad terug met de skyline van Utrecht, zwart afgetekend voor een paarse streep onder een verder donkere nachthemel.


Zo'n ochtend zit dus vol genot. En dan komen daar nog de winterstampotten bij. Bereid door de multiman die vandaag dubbel aan de lat stond omdat jongste een dag thuis was. De serviceverzoeken vlogen pa de hele dag om de oren. En dan had ik ook nog gevraagd om foto's voor de blog! *schaam*....


Koolraap is een weerbarstige wintervriend. Hij ziet er mooi uit met zijn paarse bovenkant, aflopend naar een witte onderkant met af en toen een grijsbruine blos ertussen. Hij heeft een kruidige, bijna scherpe smaak, hij wordt schitterend oranje als je hem kookt, je kan hem eeuwig bewaren.
Maar... wat doe je ermee?  Dat is dus wat hem weerbarstig maakt. Hij blijft mij maar aanstaren vanuit de groentela, wachtend op mijn kookidee.

Als je mij vraagt om 10 recepten met koolraap dan schiet ik akelig te kort. Eigenlijk gebruiken wij hem uitsluitend gekookt in stamppot of soep. De smaak is een herinnering aan zomerse smaken als rettich, radijs of meiraapjes. Misschien zelfs koolrabi, al is die een stuk subtieler.

Pas op! Verwarrende foto....de multiman heeft de kool tegelijk met de koolraap in de pan gedaan. In het recept raad ik aan om de kool vijf minuten later toe te voegen.

In inmiddels de klassieke watligternogindeijskast-situatie  (er lagen alleen maar kleine hoeveelheden groente in) hebben we uitgevonden dat de combinatie van koolraap met witte kool of spitskool de lekkerste stamppot oplevert. Zoet, niet te zoet, peperig, niet te peperig. Erg lekker op zichzelf, dus je hangt niet aan een vaste combinatie met een worst of een vegetarische aanvulling om het aanvaardbaar te maken. Wij eten hem met spekjes, of met kaas, of met vlees, of met een vegaburger.

Stamppot koolraap-witte kool
Ingrediënten
150-250 gram aardappel per persoon
50-150 gram koolraap per persoon
50-150 gram witte kool of spitskool per persoon
melk
boter
peper, zout en nootmuskaat

Bereiding
1. Schil de aardappelen en doe ze in stukken met een laagje water in de pan.
2. Schil de koolraap en snijd in blokjes van 1-1,5 cm. Leg ze bovenop de aardappels.
3. Snijd de kool in stukjes.
4. Breng de pan aan de kook. Voeg de witte kool na 5 minuten toe, de spitskool na 10 minuten. Totale kooktijd 15-20 minuten. Maak af op je eigen favoriete stamppotmanier, dus met of zonder kookvocht, koude of warme melk en geen of wel boter. Peper, zout en eventueel een beetje nootmuskaat.
Het oog wil ook wat, probeer dus wat stukjes koolraap heel te laten bij het stampen, dan krijg je mooie oranje spikkels in een zee van aardappelgeel en wittekoollichtgroen...

21 november 2012

Indiase dahl/dhal

Wat koop je voor de man die alles heeft en die niets meer te wensen heeft voor zijn verjaardag? Dit jaar viel zijn verjaardag bijna samen met de verhoging van het hoge BTW-tarief naar 21%, dus toen heb ik dat maar als inspiratie en uitgangspunt genomen. In de stad werd ik naar de toko getrokken. Aanvankelijk om een vijzel te kopen maar toen ik het schap met hele kruiden en specerijen zag was ik om. Zeker nu ze met maar 6% BTW belast werden. Ik kocht alle ingrediënten die ik ooit in een recept in hele vorm was tegengekomen. En dat waren er nogal wat!

zwarte kardamom, koriander, smoked paprika, kruidnagel, piment, komijn, steranijs, kukurma, gedroogde chili, fenegriekzaad, geel mosterdzaad, gedroogde currybladeren, paprika, cassia
Laten we zeggen dat het een verrassend kado was, hij had het in ieder geval niet verwacht. Maar dat lette hem niet om er toch voortvarend mee aan de aan de slag te gaan. Een van de eerste recepten was een Indiase linzenschotel, echt een basisgerecht dat in dat miljoenenland overal gegeten wordt: dahl. Het wordt gemaakt van gele linzen waarvan de buitenschil is verwijderd. Je hebt ze in verschillende formaten, van klein tot groot, onder de naam "mung dahl".


We waren op dit gerecht gekomen door een fantastisch interessant boek. Het stond gewoon in het kookboekenschap bij de bibliotheek, maar die naam dekt de lading totaal niet. What I eat; around the world in 80 diets is een koffietafelboek, dat verslag doet van een grootse onderneming. Een echtpaar is de hele wereld rondgereisd en heeft overal mensen gefotografeerd met in de foto ook al het eten dat die mensen op die ene dag aten. Hun dagmenu. Als je de link aanklikt zie je een verzameling van 16 van de 80 foto's met daarbij een gedetailleerde berekening van de voedingswaarde van hun menu (de eerste foto is meteen ook mijn favoriet, de Himbavrouw). Fascinerende kost. Zo fascinerend dat ook alle kinderen die op bezoek kwamen bij het boek bleven stilstaan, heel opvallend vond ik dat. Je kan er uren in bladeren.

Nodig voor de dahl: mosterdzaad, kukurma, komijn en knoflook
Het boek bevat geen recepten, maar je krijgt wel een inkijkje in wat mensen eten. Dat is zo enorm uiteenlopend! Kwa gehalte aan energie en voedingswaarde, en ook kwa samenstelling. Peulvruchten en linzen (dat is niet hetzelfde, schijnt) zag je in heel veel gedaantes terug. Ik vond dat erg inspirerend. Linzen in India, Pintobonen in Zuid-Amerika, witte bonen in Oost-Europa, favabonen in Griekenland, iedere landstreek heeft zijn eigen variant.


In het boek van Simon Hopkinson, "De vegetarische optie", vond mijn multiman een recept voor Dahl. We kookten het met een paar aanpassingen in de veronderstelling dat het "grote-mensen-eten" zou zijn, maar dat was niet zo. Er zit geen bijzonder hete smaak aan. Onze vegetarische zoon(11) at gewoon zijn dahl met rijst. Zo goed, dat ik geen foto heb van het resultaat. Maar gelukkig was de voorzienigheid mij gunstig gezind. Toen ik vanochtend naar de stad fietste zag ik een prachtige herfstboom in exact de goede kleur. Hoek Tolsteegsingel/Nieuwe Gracht. Hoe verleidelijk ook, eigenlijk moet je zulke bomen alleen maar fotograferen als de zon schijnt. En de zon schéén!


Dahl

Ingrediënten
250 gram kleine gele spliterwten, een nacht geweekt
1 eetlepel kukurma (dit wordt altijd gemalen verkocht omdat het lastig te malen is)
1-1,5 liter water
75 ml olie of ghee
1 eetlepel komijnzaadjes
2 theelepels zwarte mosterdzaadjes
1 ui, fijngehakt
4 knoflooktenen, fijngeknepen
2 grote tomaten, fijngehakt
1 kleine wortel, geraspt
200-250 ml kokosmelk
evt. voor de garnering verse koriander

 Bereiding
1. Giet de geweekte spliterwten af en kook ze gedurende een uur met de kukurma.
2. Verhit in een andere pan de olie en voeg komijn en mosterdzaad toe. Bakken tot ze gaan springen. Dan ui en knoflook meebakken tot goudgeel, en alles bij de moong dhal voegen. (de hoeveelheid olie is nogal fors, die zou je kunnen verminderen. Uiteindelijk mengt het goed en is het kwa smaak en voedingswaarde misschien best goed om wel 75 ml te gebruiken).
3. Kook nu het geheel, na toevoeging van tomaat, wortel en kokosmelk nog ongeveer 20 minuten tot de wortel gaar is.

Eet de dhal met plat brood, of met rijst, of als onderdeel van een hapjesmaaltijd. In deze vorm is hij ook geschikt voor kinderen, geen scherpe of rare smaken. Als je de dahl een nacht bewaart dikt hij verder in, dan kan je met water de consistentie weer aanpassen.

14 november 2012

Sint Maarten (Snickerdoodles)



Het afgelopen weekend stond hier in de stad en ook bij ons in huis in het teken van Sint Maarten. Sint Maarten is de schutspatroon van de stad Utrecht en van de Domkerk (Overigens ook van Groningen, lees ik net. Ik weet wel wie daar blij mee zal zijn..). Hij was een soldaat in het Romeinse leger, later bisschop van Tours. Hij deelde zijn mantel. Maar voor de kinderen in onze wijk is hij vooral dit:


 .. die kans willen ze niet missen! Het is echt heel erg gezellig op straat, ook voor de volwassenen. Er lopen kleine groepjes rond. De kinderen onder de 3 vinden het nog net te spannend maar staan wel dolgraag bij de deur klaar met een grote bak snoep. Met grote ogen zien ze de groepjes langstrekken. Dan zijn er de groepjes van 4-8 jaar ongeveer, van schattigheid zou je erin blijven. In hun gretigheid duwen de Groten consequent de Kleintjes weg als het liedje eenmaal gezongen is. Wat hun ouders ook zeggen, de keus tussen gracieus een beginnerskleutertje voor laten gaan of zelf vol in de bak duiken is snel gemaakt. Onze kinderen vielen dit jaar in de volgende categorie: kinderen van 8- 12 jaar die goed zingen, beleefd bedanken, eigenlijk geen begeleiding meer nodig hebben en vooral een heel, heel grote plastic zak meenemen. Daarboven zit nog een dun laagje van kinderen rond een jaar of 12 die aanvankelijk niet mee willen doen maar later alsnog met een snel geritselde tuinlampion voor de bijl gaan...

De volwassenen staan ondertussen enthousiast de deur open te doen in de stille hoop dat er nog een Marsje voor henzelf over blijft... met wisselend succes... Als je als volwassene wordt gegrepen door de mooie glimmende verpakkingen of de aanblik van kilo's marshmallows moet je gewoon vooraf de mooiste apart houden. Voor later op de bank. Dit even als tip tussendoor.

 
De viering dit jaar op het Domplein waar de jongens allebei meespeelden was een dag eerder, 10 november. Ze speelden in een projectorkest van de muziekschool dat zich had aangesloten bij de Fanfare van het Vuur. Na het nodige logistieke geharrewar met een generale de dag ervoor, een soundcheck, anderhalf uur lege tijd rond etenstijd vullen, en het geprop van een stuk of 40 kinderen op een klein podium stonden we te wachten in het donker tot de aankomst van een lampionnenstoet vanaf de Zeedijk. Ja mensen, ook Utrecht heeft een Zeedijk! (Tussen de Hogenoord en de Bemuurde Weerd. Ach ja..)

Mijn oudste had heel bijzonder publiek, C was helemaal uit B komen rijden om het spektakel mee te maken! En het was zeker een spektakel. Er was muziek uit alle windstreken - ik ben echt kapot van de Ud van Kamal Hors. Niet van deze wereld, die lucht, die adem, die muziek in de stiltes tussen de noten. Er waren prachtige kunstwerken uit wilgentenen en een speciaal soort vliegerpapier. Ze werden meegedragen in de stoet.


Na afloop vroeg C naar het recept van de koekjes die mijn oudste vrijdag voor zijn verjaardag in de klas had getrakteerd. Het zijn rustige, niet al te zoete koekjes. Perfect om bij te komen van de St Maarten overdosis. Ze zijn gerold in kaneelsuiker, maar de verrassing zit aan de binnenkant. Niet heel veel suiker of boter, maar net een smaaktikje... helemaal van de Molukken.. nootmuskaat!
 

Snickerdoodles
Overgenomen uit How to be a domestic goddesshet bakboek van Nigella Lawson.
Erg geschikt als tractatie, ook mooi om in mini-uitvoering bij een kopje koffie te leggen.

Ingrediënten
125 gram boter (kamertemperatuur)
100 gram suiker
1 zakje vanillesuiker
250 gram bloem
1/2 Engelse theelepel bakpoeder
1 Engelse theelepel vers geraspte nootmuskaat
snufje zout
1 ei

kaneelsuiker uit 4 eetlepels grove kristalsuiker en een theelepeltje kaneel

1. Roer de boter met de suiker. Als je boter nog te hard is kan je ook een gehakt deeg maken, met mes, deegsnijder of food processor. Voeg het ei toe en tot slot de (vooraf gemengde) droge ingrediënten. Hiermee krijg je een makkelijk vormbaar deeg.

2. Rol het deeg in een lange rol uit. Snijd hem doormidden, de stukken doormidden enzoverder als je 36 normaal formaat snickerdoodles wilt. Ik heb het recept ook wel gebruikt voor 40 of 48 iets kleinere koekjes, dat gaat ook goed. Rol vervolgens ieder stukje tot een balletje en rol dit balletje onmiddellijk (!) door de kaneelsuiker. Als je de balletjes even laat liggen zijn ze alweer te koud en blijft de suiker niet plakken.

4. Leg de balletjes op een blik, ze lopen ietsje uit, en bak ze ongeveer 14 minuten af op 160 graden hetelucht. Niet te lang, ze garen nog na en je wilt niet dat de buitenkant donker bakt. Het kan zijn dat ze echt nog te zacht lijken en nog een paar minuten nodig hebben, maar hardgebakken is niet lekker.

Heerlijk bij een kopje koffie of  thee! Ik ga het meteen even zetten nu...

12 november 2012

Broodjes met boontjes


Broodjes met boontjes is een familierecept. Ooit een keer ontstaan op een dag dat er wel pitabroodjes in huis waren, en komkommer, en een sausje, en kaas... maar geen vlees.


 Inmiddels is het een klassieker geworden die niet meer weg te denken is van ons repertoire. Bijkomend voordeel is namelijk dat broodjes met boontjes ideale kinderkost zijn op dagen dat wij twee een keer zin hebben in 'volwassen' eten. Een paar pitabroodjes zijn zo in de broodrooster gestopt, en een kleine portie kidneybonenvulling (want dat zijn de boontjes) is zo ontdooid. Komkommer erbij, sausje roeren, eventueel nog wat geraspte kaas.. klaar.


Wat is het trouwens fijn dat op een eigen blog alleen je eigen regels gelden! Ik had geen passende foto, een plat broodje met vulling is niet al te charmant. Bovendien fotografeer ik liever bij daglicht. Gelukkig had ik nog een foto die in ieder geval aan het daglichtcriterium voldoet, uit begin van 2010 alweer! Vriendelijk verzoek of jullie de paprika erbij willen denken. [Edit: in juli 2013 foto's van de broodjes toegevoegd]


Broodjes met boontjes

Vulling

1 ui
1 rode of gele paprika
1 ruime eetlepel tomatenpuree (half blikje van de Lidl)
1 knoflookteen
koriander, gemalen
kaneel, gemalen
paprikapoeder
1 blikje kidneybonen
komkommer of ander groenvoer zoals sla of andijvie

Sausje
yoghurt
mayonaise
ketchup
mierikswortel
knoflook
tabasco

Bereiding
1. Halveer de ui, snij in lengterichting in reepjes. Fruit gedurende 10 minuten in een koekenpan in een eetlepel olie. Snijd de paprika in smalle stukjes, voeg ze toe en laat het geheel nog minstens 20 minuten verder stoven. Dit is geen fastfood. Meestal maak ik een dubbele portie en vries ik de rest in kleine porties in. Of zet ik de pan ergens overdag als het uitkomt al op het vuur, zodat we 's avonds niet meer veel tijd kwijt zijn aan koken. Je kan prima onderbreken tijdens het bakken van de paprika en de ui, of voor het toevoegen van de bonen.

2. Als de ui en paprika zacht en zoet gebakken zijn, kort een gesnipperd knoflookteentje meefruiten. Naar smaak koriander, kaneel (echt weinig) en paprikapoeder toevoegen. Vooral de kaneel geeft het kindervriendelijke smaakje, maar het moet geen overheersende smaak worden. Tomatenpuree kort meebakken, dan blussen met een scheut water (0,5-1,0 dl). Roeren tot er een gebonden saus ontstaat. Tot slot het uitgelekte blik kidneybonen toevoegen en gedurende een paar minuten goed laten doorwarmen.

3. Serveer de vulling in geroosterde pitabroodjes met geraspte kaas, plakjes komkommer of slablaadjes en een simpel sausje naar smaak. Kan zelfgemaakt zijn; yoghurt, ketchup en mayo is de kindervariant.  Wij maken zelf knoflooksaus of roeren door yoghurt en mayo een flinke theelepel mierikswortel met een scheut tabasco erbij. Lekker!

4. Vries de rest van de vulling in. Ik reken ongeveer 100-150 gram voor een avondmaaltijd voor twee basisschoolkinderen.





5 november 2012

Soepmijmeringen (en een recept voor broccolisoep)




Tot 2010 was soep voor mij niet zo'n ding. Maar toen mijn vader alleen kwam te staan ben ik allengs meer soep voor hem gaan maken. Nu lever ik ruim 300 bakjes soep per jaar. We gaan met de seizoenen mee. Pompoen in de winter, tomaat in de zomer. Ik vind het leuk om met texturen te spelen met de staafmixer of blender. Door te pureren kan je vloeistoffen binden zonder bloem of maizena te gebruiken. Daar ben ik ooit in een grijs verleden mee begonnen voor de lasagna, dat was een saus met de klassieke soffrito van bleekselderij, wortel en ui. Ik gebruikte dan meer groente om de saus wat body te geven, en kreeg dan binding met de staafmixer.

 Ongebonden soep heeft ook zo zijn lekkere kanten. Ik maak groentesoep in heel veel variaties, ook weer een beetje met het seizoen mee. Ik snijd de groentes zelf. Daardoor kan ik de 'bite' bepalen. Sommige groentes koken snel stuk als je ze heel klein snijdt. Die laat ik dan wat groter. Andere, zoals prei, hebben vezels waardoor je ze juist fijner moet snijden omdat de stukken anders zo grof blijven. Soms is het ook lekker om de soep half te pureren en de andere helft wat grover te laten.

Ondertussen ben ik ook steeds meer soep gaan maken voor mijn gezin. We proberen veel groente te eten en veel eiwit uit plantaardige bronnen te halen, en dan is een soep een heel prettige toevoeging aan je maaltijd. Je hoeft minder moeite te doen om alle gewenste voedingswaarde in één hoofdgerecht te stoppen. Bovendien heb je meer kans dat je kinderen ook echt genoeg gegeten hebben als ze van tafel gaan. Daarnaast vinden we het ook lekker. Oh en het kan heel handig zijn om op een drukke dag een bakje uit koelkast of vriezer te voorschijn te toveren. Ik maak altijd dubbele porties.

Ik zal de komende tijd wat soepen de revue laten passeren hier, maar eigenlijk denk ik dat er voor alle soepen één oerrecept te schrijven valt. Dat komt ongeveer op het volgende neer:



1. Fruit een ui.

Ik kan me niet snel een soep heugen waarvoor ik geen ui fruit. Ja, tomatensoep misschien. Tomatensoep van verse rijpe (dus per definitie niet uit de supermarkt) tomaten start ik met alleen tomaten. Maar, terug naar de ui; niet toevallig het belangrijkste ingrediënt in de uiensoep waarmee ik deze blog ben gestart. Die ui snijd ik afhankelijk van hoe ik hem in mijn soep terug wil zien (smalle kwart-strips voor de ongebonden soep, grove stukken bij pureren, halve ringen voor uiensoep) en fruit ik aan in olie, boter of een combinatie van de twee. Afhankelijk van de haast fruit ik de ui korter of langer.

2. Raadpleeg de groentela
Als ik voor mijn gezin kook doe ik dat gewoon met wat er is, de voorraden voor mijn vader vergen wat meer planning. Dan pak ik bijvoorbeeld een halve prei en 2 stronken broccoli, of een bloemkool, of 3 courgettes, of 2 grote preien en een aardappel, of een ui, een wortel en een pompoen, of een selderijknol, of voor gemengde groentesoep van alles wat ik opsom plus nog meer.

3. Kies een combinatie
Vaak leveren ui, bleekselderij en wortel een basis voor de smaak. Eventueel ook wortel en prei. Dat gebruik ik bijvoorbeeld in pompoensoep. Maar soms kan je ook heel goed juist met één groentesoort uit de voeten. Bloemkool of selderijknol doen het prima alleen. En dan zijn er nog de klassieke combinaties, zoals prei met aardappel.

4. Kies uit knoflook, gember, citroen, room, kruiden zoals dille, munt en peterselie, tabasco
Je kan prima soep maken zonder toevoeging van een van deze smaakmakers, maar vaak is met een paar kleine toevoegingen net de stap gezet van water met groente naar soep. Experimenteren dus! Knoflook en gember moeten even meefruiten. De overige ingrediënten voeg je pas toe voor het opdienen.

5. Kies eventueel nog voor bonen, linzen (zelf ingeweekt of uit blik) of pasta (gaar restje of speciale vermicelli) .

6. Fruit de groente eventueel mee, vul aan met water of bouillon, breng aan de kook, kook niet te lang (al dan niet met pasta en/of linzen of peulvruchten), pureer indien gewenst, en maak af met bovengenoemde smaakmakers, peper en zout of een bouillonblokje.

Afsluitend nog een recept voor M. die daar zo expliciet om vroeg!

Broccolisoep
Deze soep was dit weekend weer een succes. Ik maakte hem al 20 jaar geleden met mijn eerste Braun staafmixer, het klassieke kado toen ik op kamers ging.

1. Fruit een ui.
2. Voeg een stronk broccoli toe in stukjes.
3. Vul aan met water en een bouillonblokje (niet te veel) en laat vijf minuten koken.
4. Pureer met staafmixer of blender. Voeg eventueel nog wat water toe als de soep te dik wordt.
5. Maak af met wat citroensap en een lepeltje creme fraiche.

1 november 2012

Snelle pizzabroodjes


Vandaag een recept dat amper een recept mag heten. Meer een lifesaver voor als je echt, echt geen zin hebt om te koken, echt, echt geen zin/geld hebt om iets kant en klaars te halen en daarenboven toch nog je kinderen blij wilt maken.

Eigenlijk wilde ik eerst wat serieuzere gerechten op deze blog zetten voordat ik met de snelle happen kom, maar als beginnende blogger zit je vast aan wat er aan foto's en tijd beschikbaar is. En aan wat je die week nou eenmaal gegeten hebt. Pizzabroodjes dus.

Ze geven me wel de gelegenheid om hier te beginnen over de food waste movement. Een beweging waar ik heel erg van geporteerd ben. Idee is dat je probeert om zo min mogelijk voedsel weg te gooien. In de praktijk komt het erop neer dat je alle resten bewaart. Als je ze invriest heb je wat meer tijd, maar zet je ze gewoon in de koelkast dan zul je toch niet al te lang moeten wachten om die resten weer een goede bestemming te geven. De volwassen variant van het pizzabroodje is hier uitstekend voor geschikt:
Courgettes, van die lekkere kleine zwarte olijfjes en een paar semischrompelige kastanjechampignons hebben hun weg gevonden naar deze broodjes. Margarita is niet mijn dame als het op pizza aankomt.
Naast de genoemde restjes is er ook wat ui (in de lengterichting in schijfjes gesneden) op mijn broodje geland.

Op het verhaal van voedselverspillingsvermijding zal ik vast nog vaker terugkomen. Het is een ontzettend leuke aanjager van creatieve ideeën in de keuken. Je kan ook doelbewust resten vooruit koken. Niet alleen door dubbele porties te maken, maar ook door groenten te garen die je de volgende dag op een andere manier verder gebruikt. De mogelijkheden zijn eindeloos. Maar nu het recept, want als je een snel recept belooft, moet je niet pagina's vol gaan bloggen.

Snelle pizzabroodjes

ondergrond
pitabroodjes van de supermarkt (3 per persoon is al veel), doormidden gesneden

beleg
mozzarella of andere kaas
groenterestjes
olijven, kappertjes of ansjovis
vleeswaren restjes
ui in plakjes gesneden
goede extra vergine olijfloie en basilicum

voor de tomatensaus (voor zover je geen rest saus hebt):
1 el olijfolie
1 knoflookteen
1 blik tomaten
een takje oregano, een snufje italiaanse kruiden of een blaadje laurier uit de tuin

Bereiding
1. Warm de oven voor op 200 graden, eventueel met de grill aan.

2. Fruit de knoflook (naar smaak geknepen, geraspt of gesneden of zelfs heel gekneusd) kort in de olie, voeg de inhoud van het blik tomaten toe en laat een kwartiertje inkoken onder toevoeging van de kruiden. Duurt dit te lang, dan kan je wat tomatenpuree toevoegen om te binden en een lepeltje suiker om de korte kooktijd te compenseren.

3. De assemblage spreekt voor zich. Wij doen dat aan tafel, omdat de broodjes heel snel klaar zijn. Eigenlijk is het een soort gourmetten, alles in bakjes op tafel en beleggen met je handen...

4. Leg de belegde broodjes op een bakblik (ik gebruik een siliconenvel tegen lastige ingebrande vlekken) en bak ze in 4 minuten af. Houd ze goed in de gaten want de snijrandjes kunnen snel te donker worden. Garneer ze naar smaak met olijfolie of basilicum.

Vooraf serveer ik een soep (uit de vriezer natuurlijk) en ik zet wat rauwkost op tafel. Lekker snel klaar en weinig afwas...

26 oktober 2012

Uiensoep





Vandaag beginnen we onderaan. Met de ui. Deze foto is van de laatste vakantiedag toen we de laatste voorraden uit de fietstas weg kookten. Maar ook thuis kan je met een paar uien en een uurtje geduld een heerlijke soep maken.

Uien vormen vaak de basis van je gerecht, je zou bijna vergeten dat ze ook prima de hoofdrol kunnen spelen. Voor het aanbakken/stoven van de uien ruim ik bij soep algauw een half uur tot drie kwartier in, omdat ze zo het beste die heerlijke zoete smaak ontwikkelen die het hele gerecht draagt. Ik snijd ze dan dwars op de lengteas in halve maantjes, die goed zacht worden. Als ik uien als bijgerecht stoof (al dan niet met wat balsamico en suiker, maar dat is een ander gerecht) snijd ik ze juist in de lengterichting omdat ze dan beter hun structuur houden. In soep wil je dat ze zacht worden en een beetje smelten.

Uiensoep
4-6 grote uien
Scheutje olie en blokje roomboter
wat thijm (gedroogd of een takje uit de tuin)
Evt. wat knoflook naar smaak
Evt. een scheutje witte wijn
1-2 liter water
bouillonblokje
zout en peper

Snijd de uien in dunne halve ringen. Verwarm de pan, voeg olie en boter toe en bak de uien aan. Laat ze op een zacht vuur onder af en toe omroeren in drie kwartier licht kleuren en zacht bakken. Op het laatst kan je kort de knoflook mee laten bakken. Als ze door en door zacht en zoet zijn afblussen met een scheutje wijn en aanvullen met 1-2 liter water en een bouillonblokje of zelfgemaakte kippenbouillon. Aan de kook laten komen, nog even een kwartiertje laten trekken en met zout en peper op smaak brengen. Eerst goed proeven! Er komt zo veel smaak van de uien af dat je moet uitkijken met zout.

Je kunt de soep zo serveren, of sneetjes stokbrood even onder gril leggen met wat geraspte kaas erop en deze kaasbootjes in de soep leggen.

De hoeveelheden zijn een benadering. Reken ongeveer 3 grote uien (500 gram) per liter water. Het loont om meteen een dubbele portie te maken, omdat het aanbakken veel tijd kost.

Guten Appetit! En collega A, dankjewel voor het laatste zetje om deze blog te starten.