Paksoi-soep

Met paksoi kan je heerlijk lichte soepen maken. Deze groente gaart zo snel dat het het beste werkt om eerst een bouillon te maken. Als je bijna aan serveren toe bent breng je de bouillon nog op smaak met miso (dat ook niet mee mag koken) en laat je de paksoi even een paar minuten meewarmen. Hard koken is niet nodig.

 

De smaak van paksoi is iets naar het zoete toe. Hij combineert uitstekend met een wat orientaals gekruide bouillon. Deze soep is heel mild gehouden om de kinderen aan smaken te laten wennen. Maar je kunt hem snel volwassener te maken door meer rode peper en gember te gebruiken. Ook andere ingrediënten als dashi of shoyu maken de soep wat uitgesprokener van smaak.

 

De linzen zijn ook niet helemaal in stijl. Storen doen ze echter ook niet en omdat wij steeds vegetarischer gaan eten (en één helemaal vegetarisch kind hebben) vind ik het belangrijk om peulvruchten regelmatig terug te laten komen. Juist door ze verspreid in wat kleinere hoeveelheden toe te voegen verbeter je je dieet zonder dat je meteen tegen grote bergen peulvruchten zit aan te kijken. Je kunt ze ook weglaten of vervangen door wat gegaard vlees, kip bijvoorbeeld.

Paksoisoep

1 ui
wat knoflook, rode peper en gember
wat bouillonpoeder (theelepel)
wat mie of een restje pasta
1 hele paksoi in stukken
1 el miso
naar smaak citroensap en groene kruiden

1. Fruit de ui en knoflook, rode peper en gember een paar minuten aan. Vul aan met een liter water en wat bouillonpoeder. Laat dit even trekken. Voeg dan de mie toe en laat gaar koken, of laat de rest pasta doorwarmen. Je zou ook wat staafjes wortel een paar minuten kunnen meetrekken.
2. Voeg kort voor het serveren de paksoi toe en laat even doorwarmen. Voeg de miso toe en proef. Dit is op kindersmaak dus als je meer scherpte wilt kun je met tabasco of gember nog in de weer. Voor het serveren wat citroensap en/of koriander of andere groene kruiden toevoegen.