Streuselkuchen - kruimeltaart

Streuselkuchen. In het Nederlands kruimeltaart, in het Nieuw Nederlands Crumble cake? Eigenlijk raar dat je het niet vaker ziet in ieder geval. Ik kan eigenlijk alleen maar voordelen bedenken.

Het is snel. Iedereen vindt het lekker. Je hebt alle ingrediënten standaard in huis (vaak. De noten kan je weglaten, ongestraft). Alle variaties zijn denkbaar: wel fruit, een cakebodem, andere noten in de topping, geen noten, kaneel, citroen. Hij kan rond, vierkant, in een vorm of op een blik. Groot of klein. Ik spreidde het nogal goed gehydrateerde gistdeeg uit tot een vierkant op een ingevet bakblik. Kort rijzen is voldoende, maar als je wat langer de tijd hebt is dat mooi. Doordat het deeg zo dun is komt het makkelijk omhoog.

Streusel maken is toch een beetje toveren. Mijn oma deed het met 1 of twee messen. Zelf heb ik een schitterend attribuut aangeschaft. Ik moet zeggen, het werkt voortreffelijk. Je snijdt in een noodvaart de boel aan gruis. Alternatief is de boter smelten en door het geheel mengen. Dat kan ook. Kijk uit met de keukenmachine want je wilt onregelmatig gruis. Ik zou dan eerder een mes gebruiken of de boter smelten.

Vervolgens is eigenlijk de tijd die je nodig hebt om alles voor de Streusel in orde te maken al voldoende rijstijd voor het deeg. Je kunt dus meteen door met de volgende stap. Bestrooi zo gelijkmatig mogelijk je hele deegvlak met Streusel. Liefst goed tot aan de randen. Die worden anders wat donker.

Bakken is met een half uurtje bekeken. Als je oven erg heet is zou ik na 25 minuten al even kijken. Doordat de bovenlaag slecht doordringbaar is is het belangrijk om echt de taart snel op een rek te laten uitdampen. Zo voorkom je dat er te veel condens in de bodem achter blijft. Op de foto zie je aan de randen de stoom omhoog komen van onder langs het rek.

Nou, dat was het dan weer. Het lijkt me nu wel duidelijk waarom mijn oma dit vaak als extra bakte bij verjaardagen of andere feesten. Het was snel klaar, ze had alles in huis, en zo wist ze heel zeker dat er genoeg zou zijn voor iedereen.

Snijd de Streuselkuchen in stukken, repen, driehoekjes - wat je wilt. Hij is twee dagen houdbaar, maar ik vind hem de eerste dag het lekkerst. De gistbodem is dan nog lekker mals. Als je gelijke stukjes wilt kun je de randen afsnijden, zoals je op de foto ziet. Mijn zuinige oma deed dat niet. Maar als je de korstjes gelijk met de andere taarten (dat gaat hier altijd in meervoud) op tafel zet, zullen de kinderen ze snel wegsnoepen.

Dit recept is zo oer-, oer-Schwäbisch. Zuinig en toch gul. Ik zié gewoon mijn oma lopen als ik het opschrijf.

Streuselkuchen
(recept naar Luise Haarer - Kochen und Backen nach Grundrezepte)

Ingrediënten
deeg:
250 gram bloem of speltbloem
180-200 ml handwarme melk (of 130 ml melk en een ei)
1 krappe tl gedroogde gist
Mespunt zout
50 gram suiker
50 gram zachte boter in stukjes

beleg:
125 gram kristalsuiker
125 gram boter
125 gram grofgehakte hazelnoten
125 gram bloem


Bereiding
1. Roer een deeg van melk, bloem, suiker, gist en zout. Kneed vijf minuten door. Voeg daarna de boter in stukjes toe en blijf kneden tot ze volledig opgenomen zijn.
2. Laat het deeg twintig tot dertig minuten rusten. Vet een bakblik in en spreid het deeg uit tot een vierkant of rechthoek. Bij mij werd het ongeveer 35x35 cm.
3. Terwijl het deeg rust op het blik hak je de kruimellaag. Daarvoor gebruik je een mes of een speciale deegsnijder. Boter, suiker, noten en bloem snijd je zo tot een kruimelige massa. Niet te kort (grote boterbrokken) en niet te lang (dan lijkt het te veel op deeg).
4. Verwarm de oven voor op 180 graden. Verdeel de kruimels gelijkmatig over het deeg. Probeer zo dicht mogelijk tot de rand een egale laag te leggen. Bak de Streuselkuchen in 20-30 minuten af. De zijkant is dan goudbruin en de bodem gaar.
5. Laat de taart afkoelen op een rek. Er komt veel damp van de bodem. Snijd dan in stukken naar keuze.