Abrikozenjam

 

99 cent voor een kilo abrikozen. Blijf daar maar eens bij weg! En dat terwijl ik de smaak van verse jam nog vers in herinnering had, omdat ik vorige week wat overrijpe abrikozen had weggekookt in een klein pannetje jam. Die herinnering deed het hem. Ik ging in deze razend drukke bijnavakantieweek voor de bijl.

Ik hield het bij anderhalve kilo. We snoepten er ook nog wat van weg, zodat ik uiteindelijk precies 1 kilo in kleine stukjes had. Het jamkoken loopt bij mij als tuindersnazaat in het bloed. Ik had het de laatste dertig jaar hooguit drie keer gedaan, maar dit is een kunst die je niet verleert. Met mijn moeder en mijn oma heb ik eindeloos jam gekookt. Ergens in de zeventiger, tachtiger jaren hebben zij pas de oversteek gemaakt naar gekochte jam. Jam was altijd huisgemaakt tot die tijd, met de overschotten die je had in de zomer als alles tegelijk rijpte. Ooit uit eigen tuin, in later jaren uit de winkel of van de markt.

Er zijn heel wat kneepjes bij het jamkoken. Ze zijn lang niet allemaal even belangrijk. Ik zal proberen om in kort bestek wat tips te delen:
- Jam koken is makkelijker met kleinere porties. Daarom was ik heel content met die kilo. Ik wil de jam niet al te lang bewaren dus ik nam 750 gram suiker. Anders 1:1 of als je hem binnen een paar maanden eet juist minder suiker, 2:1.
- Hij hoeft niet heel dik te worden (en ik heb nul tijd voor extra winkelbezoek) dus ik kocht geen geleisuiker. Dat raad ik wel aan als je de jam dik wilt.
- Dunne jam met grote losse brokken is niet mijn ding, dus ik sneed de abrikozenkwarten nog eens in vier stukjes. Zo kookt het mooi stuk.

Dan is het verder een kwestie van genieten van het snijden. Afwegen, een hoge pan kiezen, suiker toevoegen en even (of langer dan even tot wel 24 uur) laten staan. Een goed moment voor een knip. Dus als je wel brokjes tijd hebt maar geen zeeën stop je hier. Het fruit trekt dan wat water waardoor het aan de kook brengen makkelijker wordt. Bij abrikozen gaat dat overigens razendsnel, het wit van de suiker was in een paar tellen veranderd in zalvig oranje.

Schone jampotjes kook ik nog een paar minuten uit. Dat doe ik kort voor het vullen, dus voor of tijdens het jam koken. Er zijn ook mensen die ze recht uit de vaatwasser gebruiken.

Zet de jam op en breng af en toe roerend aan de kook. Als de jam kookt kun je het schuim afscheppen. Je kunt ook even wachten, een deel verdwijnt vanzelf. Wij snoepten altijd van het schuim op een stukje brood. Na een paar minuten doe je de geleerproef. Een lepeltje jam op een bordje, even laten afkoelen en kijken hoe dik het dan is, of het een vel vormt, hoe makkelijk het loopt. Als het nog veel te dun is laat je de jam nog even verder koken. Ik heb de jam nu ongeveer tien minuten laten koken. Vul in schone potten en draai het klik-deksel dicht als de jam nog heel heet is. Maak de buitenkant van de potten schoon en draai ze op hun kop. Laat ze zo afkoelen.

Geleerproef: niet heel stijf, maar stijf genoeg voor wat ik met deze jam wil.

En voila! Je hebt de zomer in een potje gevangen. Voor het eerst in lange, lange tijd weer een foto zonder daglicht op mijn blog. We zijn over de zes weken rond de langste dag heen. Wat grappig, dat je dat meteen merkt. Jammer ook natuurlijk. Daglicht is goud voor foto's! Maar goed, kortere dagen betekent dat je moet binnenhalen wat de zomer brengt, eigenlijk heel toepasselijk voor een jamrecept.