24 februari 2013

Zoete aardappelen uit de oven

 Vandaag een gerecht dat wel zó fotogeniek is, het lijkt ervoor gemaakt! Ik was bij de toko, en daar vond ik zoete aardappelen. Niet alleen de variant met rood of oranjeachtige schil, maar ook een dieppaarse. Ik heb ze allemaal mee naar huis genomen, zonder echt een plan. Ergens op internet zag ik deze bereidingswijze, geserveerd met een spinazie gerecht, en ja, één foto en je bent verkocht!

Het leuke is dat de smaak ook verschilt tussen de kleurvarianten. De oranje variant heeft een zoete smaak die duidelijk op pompoen lijkt. De paarse en de witte smaken wat neutraler, waarbij vooral de witte variant de smaak van de meegebakken rozemarijn leek op te nemen.

De paarse blokjes heb ik apart van olie voorzien om de andere blokjes mooi licht te houden.
De bereidingswijze is dezelfde die wij ook al jaren gebruiken voor aardappels uit de oven. Die snijden we in patat-achtige vormen en eten we met mayonaise. Nu maakte ik blokjes en er zat zoveel smaak aan dat ik de mayo heb weggelaten. We aten de blokjes met een rest rodekool en cottagecheesepannekoekjes (waarover later meer...).


Zoete aardappelblokjes uit de oven

250 gram zoete aardappel per persoon
scheut olijfolie (ongeveer 1 el per persoon)
wat grof zout
peper naar smaak
takje rozemarijn

1. Snijd de zoete aardappel in gelijkmatige stukken; blokken of staafjes.
2. Meng de blokjes op een bakplaat met wat olijfolie goed doorelkaar zodat alle zijdes bedekt zijn. Spreid ze regelmatig uit en verdeel  er wat rozemarijn, peper en grof zout over.
3. Zet de plaat in een oven van 170 graden hetelucht gedurende 25-35 minuten. (Als het zo uitkomt kan je langer bij een wat lagere temperatuur of korter bij hogere temperatuur bakken. Of als je andere gerechten nog niet klaar zijn de oven na een kwartiertje terugdraaien naar 100 graden).

Lekker met gekookte groente zoals rode kool, spinazie of bloemkool, of met een salade. Een restje heb ik weer in mijn lunchsalade verwerkt. Heerlijk!

Ik verlaat jullie met een klemmende vraag die ons vergezelt sinds de zondagswandeling in Amelisweerd...
Waarom zitten de klokjes van het voorste polletje open en van het achterste dicht?
(Alternatief zou zijn dat ik ga zitten klagen over de kou en de snijdende Noordoostenwind van de afgelopen dagen, kortom dat diepvriesweer. Maar laten we nou maar die klokjes als voorjaarsbodes zien. In ieder geval het voorste polletje.)

18 februari 2013

Kerriesoep

Basissetje kerriesoep
 Vandaag een verzoeknummer met een lange voorgeschiedenis. Ik wisselde met wat culinair gezinden recepten uit, één van hen maakte weer een variatie op mijn recept, en ik ben wederom gaan koken met als uitgangspunt een van haar toevoegingen. Waaruit een soep is ontstaan waar niets meer in zit wat al in het recept zat waar we ooit mee begonnen waren... volg je het nog?
Laat ik het dan zo zeggen. Ik suggereerde courgette/dille/citroensoep, die maakte iemand anders met kabeljauw, en ik maak nu weer kerriesoep met kabeljauw. Dat vind ik nou leuk, dat soort verwikkelingen!

Ik maak de kerrie zelf, volgens een recept waar komijn, koriander, fenegriek, kruidnagel, chilipoeder, kaneel, kardamom en kurkuma in gaat. (verhouding 2:2:2:1:1:0.5:0.5:4). Kerrie smaakt vaak het lekkerst als hij even mee aangebakken wordt. Als je begint met een ui kun je daar voor een kerriesoep ook nog rode of groene peper, een stukje gember en wat gehakte knoflook bij meebakken. Plus dus kerriepoeder. Eventueel kan je ook nog tamarinde toevoegen (pasta of siroop) maar dat hoeft niet mee te bakken. Daarnaast komt er ook nog kokosmelk in het recept, en kan je nog denken aan ingredienten als sesamolie of vissaus.

Dat is zo'n beetje de basis voor een pittige kerriesoep. Ik maakte de soep met kabeljauw en marineerde de vis (600 gram kabeljauw) een halve dag in een marinade van 200 ml kokosmelk, 1 eetlepel kerrie, een stuk rode peper, een paar cm gember en 3 tenen knoflook. Deze marinade komt uit het zonder-pakjes-en-zakjes-kookboek van Karin. Dat gaat snel weer terug naar de bieb want het was me iets te basic, maar die marinade pak ik lekker even mee. Daardoor heb ik dus bij de Kerrie-kabeljauwsoep de kerrie niet meegebakken.

Ik had verder een basissoep gemaakt (waarvan ik een deel voor linzensoep gebruikte) met ui, prei, wortel, en een stukje selderijknol. In totaal had ik ongeveer een kilo groentes aangezet in wat olie met boter en daarna met ruim een liter water kort doorgekookt. Ongeveer drie kwart van dat mengsel nam ik apart, ik voegde wat meer water toe en liet kort de vis met de marinade meewarmen, tegen de kook aan, tot de vis gaar was. Toen pureerde ik een deel van de groenten (maar niet alles) voor een lichte binding. Nog even proeven en met zout en peper corrigeren. Klaar!

Twee weken daarvoor had ik een andere pittige soep gemaakt, met kip. Naar een recept van Gordon Ramsay. Dat was wat té pittig naar mijn smaak, maar wel een leuke inspiratie. Hij had nog wat extra ingrediënten bovenop de mix van Karin, zoals de tamarinde en sesamolie die ik al noemde. En ook steranijs en sojasaus. De link vind je hier als je nog wat meer avontuur zoekt. In dit recept wordt wel de normale volgorde aangehouden, zoals hierboven al gemeld, van het meefruiten van alle smaakmakers met de ui.

Kerriesoep-basisrecept

Ingredienten
olijfolie
ui
stukje gember (2cm), fijn geraspt of gehakt
2 knoflooktenen, gehakte
halve rode peper, fijngesneden (of meer naar smaak)
1 eetlepel kerrie
evt. een steranijs
500 gram gemengde groenten (prei, wortel, selderij, bloemkool, courgette, paprika)
evt. 250 gram kip of vis of peulvruchten
800-1000 ml water of bouillon (eventueel meer als je een dunnere soep wilt)
200 ml kokosmelk
1 el tamarindepasta

Bereiding
1. Fruit de ui. Als de ui een beetje zacht is, voeg dan de gember, knoflooktenen, peper en specerijen toe. Laat even meebakken.
2. Voeg de groentes naar keuze toe. Als je geen vlees toevoegt zou ik een groente als bloemkool of kikkererwten herkenbaar groot snijden, dat is lekker in combinatie met de kerriesmaak.
3. Blus de pan met water of bouillon, voeg de kokosmelk toe en laat even koken tot alles gaar is.
4. Wanneer je nog kip of vis wilt toevoegen, doe dat dan als het net kookt en laat het op een laag vuurtje garen. Voorgegaarde peulvruchten kun je ook dan toevoegen.
5. Eventueel kun je voor wat binding een deel van de groenten even apart pureren en terugdoen in de pan.

Alternatieve bereiding als je het vlees wilt marineren:
1. Maak een marinade van kokosmelk, specerijen, peper, gember en knoflook. Laat het vlees in stukken minimaal een half uur, maar het kan veel langer, in de koelkast marineren.
2. Bereid de soep als een normale groentesoep en voeg het vlees met marinade toe als de groenten bijna gaar zijn. Laat pocheren tegen de kook aan tot het vlees gaar is.

Variaties
- laat vlees en vis weg en pureer de hele soep
- laat juist een paar groentes wat groter, bloemkool of kikkerewten, dat is lekker als tegenhanger tegen de scherpte van de soep

Zondag scheen ook nog de zon toen we met camera in Amelisweerd waren. Dubbel feest!
 

Kruidenthee

Rozebottel/Hibiscus geeft een mooie rode kleur.

Ik heb wel even geaarzeld of ik een blog aan kruidenthee kon wijden. Drinkenmaken.blogspot.nl is weer een ander verhaal natuurlijk! Maar omdat dit toch een belangrijke aanvulling op ons dieet is, en ik erg trots ben op mijn nieuwe (gratis) glazen pottenverzameling, heb ik het toch gedaan. We hebben nu alle thee in hergebruikte potten: geen losse zakjes meer, lekker overzichtelijk.

Vroeger was het simpel. Toen had je een zakje Pickwick. Of je kocht losse thee. Mijn grootmoeder liet die losse thee aan huis bezorgen door de firma Wijs uit Amsterdam. Zij verhoogden in de jaren zeventig hun minimumbestelling steeds meer, en zo kwam het dat je overal in de familie een heerlijk kopje Afternoon thee aangeboden kreeg. De pakjes gingen de hele familie rond. Ik heb zelf ook nog regelmatig Afternoon gedronken, hij verveelt niet snel. Over zwarte (en groene) thee kan ik ook makkelijk een blog volpennen, ik zie alweer helemaal die lekkere smaken zwarte thee voor me, maar terug naar het onderwerp.

Kruidenthee is een heerlijke dorstlesser, warm of koud. Ik drink hem ook vaak lauwwarm, dan heb ik overdag een pot staan die afkoelt. Toen ik opgroeide kon je in Nederland amper kruidenthee kopen. Ja, kamille bij de reformwinkel. Altijd als ik uit Duitsland terugkwam nam ik pepermuntthee mee, en de geliefde combinatie rozenbottel-hibiscus. Dat waren dan zakjes. Losse thee is lekkerder en voordeliger. Tegenwoordig kan je met een beetje zoeken ook in Nederland aardig aan je trekken komen. Vroeger had ik een kraam op het Smaragdplein, een klein buurtmarkt, maar de meneer van Iveda is er helaas mee opgehouden. Nu koop ik losse kruidenthee bij Jacob Hooy in Amsterdam (grootste keus), bij Simon Levelt (makkelijk te vinden) of bij de natuurvoeding (als het een beetje voordelig geprijsd is).

Op de foto zien jullie mijn nieuwe theepot. Ideaal model, afgekeken bij mijn vriendin D., die hem ongetwijfeld ook van de toko heeft. Schenkt uitstekend, kost minder dan een tientje en is in verschillende formaten verkrijgbaar. Ik gebruik geen zakje of ei omdat je kruidenthee lang kan laten trekken, dat is juist lekker. Door het lage model kan je de kruiden makkelijk uit de pot halen als de thee op is. Soms schenk ik hem over in een thermosfles, als we in de kou op pad gaan of als we een zieke in huis de hele dag van warme thee willen voorzien. Verder schenk ik hem gewoon zoals op de foto uit in een klein theezeefje. Ook van de markt, en handig, want plastic dus het kan in de vaatwasser.

Het februarilicht is nog wat mager, maar hieronder zien jullie mijn totale collectie. Ik zal ze even opsommen, misschien doe je nog wat inspiratie op:

De Jasmijnthee (pot met papiertje erin) is valsspeler; dat is een melange met zwarte thee
De kinderen drinken alles, behalve rozenbottel en gember. Hmm, nu ik erover nadenk is het toch wel een blogje waard want dit is een manier om je kinderen te wennen aan calorie-loos drinken, ook bij koud weer. Het scheelt nogal, een kopje warme choco of een kopje warme thee....

Losse thee:

Pepermunt
Lindebloesem
Verveine
Citroengember melange (Simon Levelt)
Rozenbottel/Hibiscus (Jacob Hooy, zelf gemengd 3:1)
Ochtendmix
Avondmix

Met uitzondering van de gembermelange en de rozenbottel vallen al deze theesoorten in de smaak bij de jongens. Dat vind ik vooral handig als ik ze wat warms wil geven maar niet meteen iets met suiker wil serveren. Ook als we met OV onderweg zijn in de winter (denk aan wachten op bushaltes en stations) komt de thee goed van pas.

Nou dat was het. Wat een ongewoon zakelijk blogje voor mijn doen! Probeer het eens uit, zou ik zeggen, het is echt de moeite waard. Of het veel goedkoper is dan thee uit zakjes weet ik niet, maar het is zo enorm veel lekkerder!

Blik op het Berner Oberland vanaf de Rothorn.


13 februari 2013

Snelle ovenschotel (basisrecept en voorbeeld)


Naar aanleiding van de blog over resten verwerken geef ik hier even een concreet voorbeeld  van een snelle ovenschotel. Deze was afgelopen zondag zo goed gelukt dat K., die af en toe hier blijft hangen tot aan het avondeten en dan kleine hapjes mee-eet, uiteindelijk vrijwel de hele schaal soldaat heeft gemaakt.Ik kon nog net een foto maken...

Sorry mensen, het is een magere foto. Dit was een ovenschotel pasta-ui-broccoli
.
Aan groenteresten kun je eigenlijk vrijwel alles hierin verwerken. Broccoli, prei, champignon, wortel, kool, paprika, spinazie - alles kan. Ook zuivelresten die anders wegkwijnen kun je hier prima in kwijt. Kwark, room, roomkaas, creme fraiche, zure room, slagroom, melk, karnemelk - het hele arsenaal. Wel zou ik een combinatie kiezen waarbij je ook wat vette zuivel toevoegt. Alleen maar karnemelk is wel erg mager. Uitzondering is kwark, dat smaakt prima, ook de magere variant.
Wat betreft de totale hoeveelheid, ik heb ovenschalen in verschillende formaten en ik kies er eentje die mooi gevuld wordt door de resten. De rest pasta of de rest groente bepaalt in de praktijk hoe groot je ovenschotel kan worden. Vaste hoeveelheden kan ik niet geven omdat je nu juist je resten gaat opmaken ;-) ! Wel vaste verhoudingen, die vind je hieronder in het basisrecept. Nog een laatste toevoeging: ook restjes noten of olijven of vis en vlees kunnen meelopen in een schotel als deze. 

We maken ook ovenschotels met gierst of couscous of quinoa-resten, daar zal ik nog weleens op terug komen. Werkt in principe hetzelfde, maar de saus is dan vaak aangepast.

Snelle ovenschotel

Ingrediënten basisrecept
Rest gekookte pasta
ui
restjes groente, gaar of rauw (ongeveer evenveel als de pasta)
eieren (ongeveer 1 op 200-300 gram pasta-groente-mengsel)
rest zuivel (50-100 ml per ei)
rest kaas (om de bovenkant te bedekken, 50-100 gram ongeveer. Ik rasp de restjes bij elkaar)
kerrie of ras-el-hanout of groene kruiden
peper en zout


Ingrediënten van het voorbeeld: Broccoli-pasta-ovenschotel
350 gram gare pasta
een ui
ongeveer 300 gram rauwe broccoli in kleine plakjes
2 eieren
een halve bak (250 gram) magere kwark
75 gram geraspte kaasrestjes (oud en jong)
een snuf ras-el-hanout
peper en zout 

Bereiding
1. Vet een ovenschotel in en warm de oven voor. Bak ondertussen een uitje aan, eventueel met knoflook, en gaar de restjes groente mee of voeg op het laatst als de ui gaar is in stukjes gesneden gare groente toe.
2. Roer de eieren los met de zuivel en een snufje ras-el-hanout. Dit geeft net een smaakbasis zonder overheersend te worden, ook kinderen vinden dit vaak lekker.
3. Meng de pastarest door de groente in de pan en vul met het mengsel de ovenschaal. Giet het eimengsel er overheen en werk af met een laagje kaas.
4. Bak de schotel ongeveer 20 minuten in een middelwarme oven, zo'n 180 graden ongeveer. Houd de bovenkant in de gaten, als er veel dunne hoekjes uitsteken kan het verbranden. Bruint de bovenkant te snel, zet de oven dan wat lager, leg er los een vel bakpapier op of schakel de oven op onderwarmte.

Van wat je bespaart kan je dan weer gekleurde Kapla-plankjes kopen!

Resten in de keuken - een bespiegeling...


Citroenblokjes na de kerstdagen van de resterende afgeraspte citroenen...
 Het voorkomen van voedselafval/verspilling staat de laatste tijd in de belangstelling. Het thema werd me aangereikt door een vriendin met goede voornemens die alle halflevende resten uit haar groentela wilde gebruiken voor een lasagnasaus. Haar aanleiding was een frisse start in de huishoudfinanciën. Want inderdaad, ook de portemonnee profiteert mee als je aan food waste management gaat doen.

Wij zijn er hier nu een jaar mee bezig denk ik. Ik raakte geïnspireerd door de frugal girl die op vrijdag een foto maakt van haar 'food waste' van de betreffende week. Mijn motieven zijn vooral het voorkomen van verspilling van waardevolle grondstoffen. Er is zoveel in gaan zitten voordat het eten bij ons op tafel komt, ik vind het letterlijk zonde om dan spullen weg  te gooien. In mijn ogen is het een vorm van dankbaarheid om op te maken wat ik in huis gehaald heb.
Als je optimaal gebruikt wat je koopt hoef je overigens niet per se onder de streep goedkoper uit te zijn; je kan ook duurdere spullen kopen. Mooie olie, lekkere kaas, het sappigste zoetste fruit... maar bezuinigen is een optie.

Groentesoep volgens mijn basisrecept, geschikt voor groente- en pastaresten
Resten opmaken wordt een gewoonte, als je je het eenmaal eigen maakt. Maar de principes die daarachter liggen vind je niet terug in de recepten zelf, die zijn veel algemener. Ik heb ze maar eens uitgebeend:

1. De manier waarop je resten bewaart
Vooruit denken is het halve werk. Na alle kerstbakkerij en -gekook zat ik met 2,5 geraspte citroenen. Ik dacht eerst een recept te zoeken waarin vooral citroensap wordt gebruikt en niet of weinig rasp. Maar toen bedacht ik dat het vele malen simpeler zou zijn om het sap in kleine porties te gebruiken. Soms zul je een recept aanpassen zodat je een rest kan opmaken, maar soms moet je juist je rest zodanig bewaren dat hij van pas kan komen bij een recept. Bij het op smaak maken van soepen en sauzen, maar ook bij sladressings, gebruik ik het hele jaar door kleine hoeveelheden citroensap. Of bij salades of smeersels met vis. Ik heb dus het citroensap ingevroren in blokjes. Nu maar hopen dat ze niet te groot zijn, dat moet de tijd uitwijzen...

Vooral bij het invriezen is het dus van belang om te bedenken hoe je iets gaat gebruiken. Naast citroensap lenen ook restjes wijn (niet in ijsblokzakjes, want het vriest minder hard op door de alcohol) of fond zich voor deze manier van invriezen bij voorbeeld. Snijd gare groente of vleesresten voor het invriezen al in blokjes als je dat later van plan bent, dan kan je ze ook bevroren in een soep of stoofgerecht gebruiken. Vries restjes saus in in eenpersoonsporties als je kieskeurige eters hebt waarvoor het handig is om losse porties paraat te houden. Anders sta je tegen een kiloklont bolognesesaus aan te kijken... 

Groente-fritters (een soort latkes met meer ingrediënten)
2. Het type gerechten dat je bereidt
Sommige gerechten lenen zich heel makkelijk voor het verwerken van resten. Naarmate je meer van dit soort gerechten in je routine hebt, wordt het wegwerken makkelijker. Bij ons is het er al zo ingesleten dat ik in die anderhalve maand dat ik nu blog al een aantal recepten heb gepubliceerd waarin je resten kunt verwerken: de pizzabroodjes, het algemene soeprecept en de lunchsalade zijn allemaal erg geschikt. Twee soorten gerechten die ik nog niet heb behandeld (maar die wel nog aan de orde zullen komen), zijn groentekoekjes/burgers/latkes en ovenschotels.
Als je normaal meer volgens afgepaste recepten kookt is het even wennen want je zult toch wel vaak met restjes moeten improviseren, vervangen of veranderen.

Ovenschotel van misbaksel-brood (bread and butterpudding met rozijnen, vanille en koekkruiden)
3. Of en hoe je een menuplanning maakt
Ik zag laatst een kookboek over koken met resten waarbij keurig bij ieder recept een tweelingrecept met de veronderstelde rest van het eerste recept werd gepresenteerd. Zo werkt het natuurlijk niet in het echte leven... soms denk je dat je voor 2 dagen hebt gekookt en gaat het schoon op, de andere keer blijf je met onverwachte resten zitten. Het is dan handig als je daar in je weekplanning wat ruimte voor hebt. De voordelen van een weekplanning, ook voor het voorkomen van voedselverspilling, zijn groot en gaan dit blogje te buiten. Zie daarvoor mijn aparte blog over weekmenu en boodschappenplanning. Maar voor nu: als je regelmatig een soep inplant of een restjesdag dan zit je gebeiteld!

4.  Hoe je omgaat met je groentevoorraad
In het boek "An everlasting meal" wordt het koken met wat er is tot kunst verheven. Ik had er wat minder aan dan ik van te voren had verwacht, omdat het koken met wat er is toch wel heel persoonlijk blijkt te zijn. De auteur, Tamar Adler, schrijft heel poëtisch en inspirerend, maar doet soms andere dingen dan ik zou doen. Ze gebruikt bijvoorbeeld erg veel zout.  Wat ik wel een heel goede tip vond was haar advies om groenten aan het begin van de week te garen en in de loop van de week te gebruiken, in plaats van ze een langzame dood in de groentela te doen toekomen. Als je een groente aanbreekt, zoals een broccoli of een courgette, kan je er ook voor kiezen om de groente in stukken te snijden en te roosteren of te stomen. Die gegaarde stukken houden veel beter hun kwaliteit dan de verse groente. Ik zou niet op de marktdag mijn oven urenlang alle groentes laten roosteren, zoals zij voorstelt, maar het is wel een goeie tip om regelmatig meer groente te garen dan je op dat moment nodig hebt en die rest later weer in te zetten. We kennen allemaal de halve courgette die rare gedaantes blijkt te hebben aangenomen...rimpelig aan het uiteinde en met een snijvlak als een ehh.. petrischaal.

Nou, dat was het voor nu. Het recept voor een handige restenverwerkende ovenschotel heb ik apart geplaatst. Binnenkort zal ik verder borduren op het thema, want er valt nog veel meer over te zeggen. Die weekplanning, dat is echt een onderwerp voor een apart blogje!

Ik zal blij zijn als ik weer bij daglicht kan fotograferen...zulke mooie bloedsinaasappels verdienen beter licht!

3 februari 2013

Stromboli


Gisteren aten onze zoons tot onze verbazing zomaar tofu (wel de speciale van de Toko, daar doe ik wel een aparte blog over een keer. Met stokjes ook nog.) En vandaag gingen we door met nieuwe recepten, en wel een recept voor Stromboli. Stromboli is een opgerolde pizza die in stroken gesneden in de VS furore maakt als borrelhapje. Dan vaak met veel vleeswaren. Deze is vegetarisch en wat mij betreft had ik het beleg wat te veel naar de kindersmaak gelaten. De volgende keer maak ik een volwassen variant met meer peper, ansjovis, tonijn of makreel, paprika, olijven... met wat meer pit kortom. De uiteinden waren trouwens heerlijke broodjes die met een likje roomboter nog lekkerder smaakten.

Ik las op een Amerikaanse blog getiteld 'Dinner, a love story' die gaat over iedere dag voor je gezin koken (wat daar nogal revolutionair is) over een idee om 30 dagen achter elkaar een nieuw recept te koken. Ze had het nog afgezwakt voor haar lezers om het haalbaarder te maken naar 7 dagen. Ik vreesch dat het hier bij 2 dagen blijft, maar leuk is het toch! In deze pizzavariant is het deeg veel meer gevarieerd gegaard dan bij een normale pizza. Van knapperig aan de buitenkant tot zacht maar wel gerezen aan de binnenkant met alles er tussen in. Lekker! Echt uit het vuistje eten voor de buis (wat wordt gesuggereerd bij het oorspronkelijke recept) wordt mij te veel een knoeiboel, wij hebben het gewoon aan tafel gegeten.

De titel van dit gerecht is een leuke herinnering aan een toch wel zwaar spectaculair natuurfenomeen dat we zowaar binnen Europa kunnen bewonderen. (Bij de link vind je nog meer foto's). Ik moet ook meteen aan Sophia Loren denken, was het niet een film?


Stromboli

Ingrediënten

Deeg
500 gram bloem, of een mengsel van bloem en volkorenmeel of gezeefd volkoren meel
ruim 300 ml water
een theelepel suiker
een halve eetlepel gist
een halve eetlepel zout
een scheut olijfolie (paar eetlepels)

Saus
olijfolie
teen knoflook
blik tomatenstukjes
evt. wat tomatenpuree

Beleg
 300 gram ontdooide spinazie uit de vriezer
1-2 bollen mozarella
wat geraspte kaas
gedroogde italiaanse kruiden
een ui in ringen
worst naar keuze
ansjovis, tonijn of makreel uit blik
olijven
peper

Bereiding

1. Roer de gist en de suiker door het water dat je tot 37 graden (handwarm) hebt verhit. Voeg na een paar minuten ongeveer de helft van het meel/bloem mengsel toe, roer kort door, en laat dit een uur staan. Voeg dan het zout, de rest van meel/bloem en de olijfolie toe en kneed tot een soepel deeg. Dit deeg kan je nog een keer laten rijzen of in geval van haast meteen verwerken.

2. Terwijl het deeg rijst maak je de tomatensaus. Neem een behoorlijk hoge pan (vanwege tomatenspetters straks) en laat de knoflook kort fruiten in een scheutje olijfolie en voeg dan de tomaten met sap toe. Laat het mengsel aan de kook komen en dan op een zacht vuur een half uur inkoken.

3. Rol het deeg uit, ik doe het in twee gedeeltes zodat ik twee rollen krijg. De helft van het deeg is ongeveer uit te rollen  tot het formaat van een standaard bakblik. Is het te elastisch, laat het dan even rusten of rol wat minder dun uit.

4. Besmeer het deeg dun met tomatensaus en beleg het daarna met ingrediënten naar keuze. Knijp de spinazie goed uit voor gebruik. Rol de plak deeg voorzichtig op, hevel hem over op een bakblik en bestrijk hem met olijfolie.

5. Bak de rol, afhankelijk van de dikte, 30-60 minuten in een oven van 175 graden en bestrijk hem vijf minuten voor het einde nogmaals met olijfolie.

....Hier bleef er weinig van de twee rollen over!