Vanillebrötle - simpele vanillekoekjes

Nu komt het er echt op aan, ik zit in de eindspurt van de kerstkoekjes. Voordat de boterkoekjes aan de beurt komen gaan we nog even door met de koekjes op ei-basis. Vanillebrötle bevatten dezelfde ingrediënten als lange vingers bijvoorbeeld. Geen boter dus, en ze zijn nogal 'suikerig'.
Het Vanillebrötle bevecht zijn plekje naast koekjes met zware specerijen, noten, chocola, citroen en wat niet al. Daartegenover stelt het slechts ei, suiker, bloem en wat vanille. Dit bescheiden muisje was dan ook een kinderfavoriet. Voor volwassenen is het lekker als afwisseling tussen de zwaardere smaken.

Synthetische vanille was de smaak van mijn jeugd, maar tegenwoordig heb ik een potje (of fles) wodka met wat vanillestokjes in huis. Nu gebruiken we dus extract, plus wat merg. Als het beter uitkomt kan je ook gewoon een zakje vanillesuiker gebruiken.

 Vouw de gezeefde bloem voorzichtig door de geslagen eiwitten. Ik gebruik vaak wat speltbloem of lemairemeel, maar je kunt ook gewoon patentbloem gebruiken. Probeer zo veel mogelijk lucht in je deeg te houden, want ook deze koekjes gaan, net als eerder de Springerle en de Zuckerlebkuchen, een nachtje drogen op zolder. De lucht in het deeg is nodig om de volgende dag mooie voetjes te krijgen. Daarvoor moet de bovenkant lichtgedroogd zijn, en de binnenkant moet genoeg rijskracht of luchtbelletjes hebben om in de oven het bovenkantje op te tillen.

Ik zet de koekjes in de avond, na het werk, op een blik, en bak ze de volgende dag pas af. Zonder drogen krijgen de Vanillebrötle geen voetjes en blijven ze gewoon ovaal van vorm. Ook lekker. En een jaar wachten tot je het weer kan proberen. Platte Vanillebrötle kunnen ook ontstaan doordat je naar verhouding veel bloem en/of kleine eieren had. Je moet dus stoppen met bloem toevoegen als je de consistentie hebt dat het deeg net wat uitloopt, zoals hierboven. Ga je door met bloem toevoegen en bereikt je deeg/beslag de dikte van pasta, dan zal je koekje niet uitlopen. Wil je het zeker goed doen? Weeg dan je eieren. Dat is de enige manier om gegarandeerd om voetjes te krijgen. Dit jaar maak ik onderstaand recept met een ei meer, zo klein zijn mijn eieren dit jaar.

Hier was (de foto's zijn van vorig jaar) het weer gelukt! Een hele berg Vanillebrötle klaar voor het feest. Ik bak ze maximaal een week van te voren. Ze zijn beter houdbaar dan boterkoekjes, maar ze hoeven niet lang te liggen om smaak of structuur te ontwikkelen. Het zijn dus een beetje de tussenkoekjes, ergens rond de derde Advent komen ze aan de beurt.

Vanillebrötle - eenvoudige vanillekoekjes
voor 200 stuks

Ingrediënten
4 eieren (300 gram)
430 gram suiker
merg van 1 vanillestokje
430 gram bloem (half spelt)
1 theelepel zelfgetrokken vanilleextract

Bereiding

1. Klop de eieren rustig los in de keukenmachine of met de handmixer. Voeg het merg toe en de suiker en klop tien minuten verder. Voeg dan het vanilleextract toe en de gezeefde bloem. Vouw de bloem met de hand of met de bisschop door het ei.
2. Bekleed 3 bakblikken met bakpapier of knip bakpapier op de maat van je blik, 3 vellen. Spuit het beslag in rijtjes op de plaat. Het loopt uit, houd je hoopjes klein. Ik had er nu ongeveer 200.
3. Zet de koekjes overnacht weg. Bak ze de volgende dag bij 150-170 graden af gedurende 8-10 minuten. Ze mogen niet kleuren en moeten niet meer dan vrijwel gaar zijn. Tijdens het afkoelen garen ze dan af.

Wil je minder koekjes? Ik heb de verhoudingen even op een rijtje gezet:
2 (1) groot ei (150/75 gram)
215/108 gram suiker
merg van een half vanillestokje
215/108 gram bloem
1/2-1/4  theelepel vanilleextract